In deze risicogroep geven we als eerste een toelichting op de hoofdonderdelen: jeugd, lokale Wmo en Regionale Wmo. Hierbij laten de trend vanaf 2020 en gaan we nader in op de impact van het advies van de Commissie-Van Ark. Daarna gaan we meer in op de financiële details.
Het uitgangspunt is dat tekorten binnen het raadsprogramma worden opgelost. Gezien de kostenstijgingen die we in de jaarrekening zien op het sociaal domein en diverse onzekerheden die er zijn staat het sociaal domein fors onder druk. Onderstaand lichten we de ontwikkelingen toe.
Commissie- Van Ark Hervormingsagenda jeugd
We verwerken het advies van de commissie-Van Ark over de jeugdhulp in de begroting
Op 13 maart hebben wij ons standpunt openbaar gemaakt over het rapport van de commissie-Van Ark over de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028. Hierover hebben we u een raadsbrief gestuurd. We nemen de financiële uitgangspunten nu ook op in de meerjarenbegroting
Wij omarmen het advies van kaft tot kaft. Wij begroten daarom de extra benodigde inkomsten uit het gemeentefonds. De VNG heeft deze lijn ook naar buiten gebracht. Tot nu toe heeft het Kabinet nog geen officieel standpunt ingenomen. In overleggen heeft het Kabinet aangegeven dat niet de vraag is of het probleem wordt opgelost, maar hoe het probleem wordt opgelost. Enerzijds is dit positief, anderzijds geeft dit veel ruimte voor invulling. Tijdens het overhedenoverleg van 17 maart tussen onder andere het Kabinet en de VNG is intensief gesproken over de jeugdhulp. De VNG heeft haar standpunt en het verzoek tot extra geld en urgentie voor aanpassing van het jeugdstelsel bij het Kabinet neergelegd. Maar een oplossing is nog niet in zicht. De gesprekken tussen VNG en kabinet gaat door. We lopen financieel risico over het geld dat we nu inboeken. Maar dit risico lopen we ook als we het geld niet inboeken en de kosten van de jeugdhulp blijven stijgen.
De transformatie van de jeugdhulp en het invullen van de bezuinigingsmaatregelen blijft nodig
Met de hogere inkomsten vullen we de openstaande bezuinigingen vanuit de hervormingsagenda van € 11 miljoen financieel in. We blijven ook volop inzetten op de maatregelen uit het raadsvoorstel transformatie jeugdhulp en de hervormingsagenda. Ook als we het extra geld krijgen zijn bezuinigingen en hervormingen keihard nodig om de kosten binnen het budget te houden en de volumegroei te beperken. De commissie-Van Ark is hier ook duidelijk over. Verder gaan we terughoudend om met de hogere inkomsten die we inboeken. Zolang het Kabinet geen duidelijkheid geeft, geven we het geld niet uit aan nieuwe activiteiten of investeringen.
We vinden dat het Kabinet zijn verantwoordelijkheid moet nemen. We nemen daarom op dit moment geen verdergaande maatregelen. We gaan wel een plan B uitwerken voor het moment dat er meer duidelijkheid is over de hoogte van de compensatie en de kostenontwikkeling in 2025. Er is een reële kans dat er richting de begroting 2026 nieuwe maatregelen genomen moeten worden. We gaan hierbij ook zichtbaar maken welke hardere maatregelen, zoals budgetplafonds en opnamestops, wel of niet mogelijk zijn en wat hiervan de gevolgen zijn.
Een goede begroting voor 2025 is op dit moment nog niet te maken
Dit komt omdat het nog vroeg in het jaar is en door de onzekerheid over de opvolging van het rapport Van Ark. Er is daarom nog geen beeld van de kostenontwikkeling 2025. Maar we verwachten dat het ook lang gaat duren voordat er wel een duidelijk beeld is (na de zomer). Dit komt onder andere doordat er in 2025 nieuwe contracten zijn ingegaan voor zowel de jeugdhulp met verblijf als jeugdhulp zonder verblijf. De contracten moeten op termijn zorgen voor betere sturing, met name op de percelen Jeugd GGZ en Jeugdhulp Gespecialiseerd Onderwijs (JGO). Op dit moment wordt nog gewerkt aan de inrichting van het automatiseringssysteem, waarmee we de declaraties van zorgaanbieders kunnen monitoren.
Maar door de nieuwe contracten is 2025 ook een overgangsjaar. Er zijn nieuwe zorgproducten, nieuwe aanbieders en oude en nieuwe beschikkingen lopen door elkaar heen. Hierdoor is het nu nog niet mogelijk om een goede kosteninschatting te maken. Hierbij komt ook dat er in 2024 circa € 23 miljoen aan niet gecontracteerde zorgkosten waren. Ook hiervan zal moeten worden bezien hoe snel deze zorg overgezet kan worden naar gecontracteerde zorg. Er zullen in 2025 dus extra/dubbele kosten zijn.
Dit zijn allemaal onzekere factoren voor 2024. Wat we wel weten is het volgende:
- In de jaarrekening 2024 verwachten we een tekort van ongeveer € 1 miljoen op het programma jeugdhulp bovenop de kostenstijging van € 4,5 miljoen in de 3e kwartaalrapportage. Dit komt vooral door hogere kosten van niet gecontracteerde jeugdhulp met verblijf.
- De tarieven voor de jeugdhulp met verblijf stijgen met ruim 20%. In de afgelopen jaren is er ongeveer € 6 miljoen extra budget beschikbaar gesteld. Doordat het volume aan zorg de afgelopen jaren is toegenomen kunnen we hiermee niet de volledige prijsstijging betalen. Het volume moet dus worden verlaagd en er zullen mindere zware zorgvormen moeten worden ingezet. Hiervoor staat een bezuiniging van € 2 miljoen in 2025 oplopend naar € 4 miljoen in 2027 en verder.
- We zijn bezig met de versterking van de regie op toegang en de omslag van specialistische naar basiszorg en van individueel naar groep. Maar we verwachten we dat dit effect in 2025 beperkt zal zijn. Hiervoor zullen ook extra investeringen nodig zijn, bijvoorbeeld voor de stevige lokale teams.
Kortom, de regie moet worden versterkt en we hebben het extra geld uit het advies-Van Ark hard nodig
Onderstaande grafiek laat dit ook zien.
- Hierbij is in de grijze lijn het huidige budget voor de jeugdhulp opgenomen. Voor de jaren tot 2024 is het budget steeds achteraf aangepast aan de kosten.
- De groene gestippelde lijn is het budget inclusief het advies van de commissie-Van Ark.
- De donkerblauwe staven zijn de kosten van de jeugdhulp op prijspeil 2025 zonder volumegroei. Te zien is dat als we geen extra geld krijgen er in 2025 geen volumegroei mag plaatsvinden ten opzichte van 2024. Dit lijkt niet realistisch gezien de volumegroei de afgelopen jaren gemiddeld 4 a 5% is geweest.
- De rode balk is de gemeentelijke bezuiniging van € 4 miljoen in 2025 oplopend naar € 6 miljoen in 2027 (afbouw jeugdhulp met verblijf en korte termijn maatregelen).
- Indien we het geld van-Van Ark volledig krijgen is er ruimte om de huidige reële volumegroei (landelijk ingeschat op 4,7%) af te dekken (lichtblauwe balk). De gemeentelijke bezuinigingen moet dan ook worden ingevuld.
Er is een grote kans dat het extra budget ergens tussen de grijze en groene lijn uitkomt. Invulling van de bezuinigingen en beperking van de volumegroei is dan dus nodig.
Zonder systeemwijziging is het geld uit het advies-Van Ark hard nodig voor de volumegroei van kosten
Uit deze grafiek blijkt duidelijk dat de groei van 4,7%, die de Commissie-Van Ark in haar rapport noemt, zeker niet overdreven is ten opzichte van het verleden. De kosten zijn vanaf 2020 tot 2024 gestegen van € 78 miljoen naar € 129 miljoen (gemiddeld 16% per jaar voor volume en prijzen).
Gezien alle onzekerheden nemen we nu geen voordeel- of nadeel voor de jeugdhulp op in de begroting
Verderop in het hoofdstuk is technisch toegelicht hoe we het extra benodigde geld vanuit het advies van de commissie van-Ark in de begroting hebben verwerkt.
Financiële effecten jeugdhulp
Over de jeugdhulp is in de inleiding van dit hoofdstuk uitgebreid stilgestaan. Hieronder geven we een meer technische toelichting op de verwerking van het advies van de commissie-Van Ark.
bedragen x € 1.000
omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|
nog te ontvangen jeugdhulp: advies commissie-Van Ark | 17.600 | 26.100 | 32.100 | 37.700 | 44.000 |
reserveren uitbetaling eenmalig tekort (financiën) | -8.700 | ||||
afboeken bezuiniging jeugdhulp hervormingsagenda jeugd | -500 | -8.500 | -11.000 | -11.000 | -11.000 |
Hogere kosten regionale uitvoeringsorganisatie jeugd | -560 | ||||
reserveren voor loon- en prijsstijgingen | -3.600 | -4.500 | -5.600 | -6.900 | -8.300 |
reserveren hogere kosten jeugdhulp (Financiën) | -4.240 | -13.100 | -15.500 | -19.800 | -24.700 |
totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
We hanteren de volgende financiële uitgangspunten
Nog te ontvangen gemeentefonds: Commissie-Van Ark
Als het advies van de commissie-Van Ark één op één wordt overgenomen door het Kabinet verwachten we ongeveer € 17, 6 miljoen in 2025 te ontvangen. Dit loopt op naar € 44 miljoen in 2029. Het is zeer onzeker of het Kabinet het geld volledig en structureel uitbetaald. De berekening is samen met de VNG gemaakt maar staat niet in het rapport. Hierin zit ook een onzekerheid. Verder beperkt het financiële advies van de commissie-Van Ark zich tot de jaren 2025 tot en met 2027. Dit komt omdat er vanaf 2028 een nieuw financieringsmodel moet komen die deze knelpunten moet oplossen. Ook is er dan een nieuw meetmoment over de voortgang van de hervormingsagenda. Zolang er geen duidelijkheid is over deze twee punten begroten wij de inkomsten structureel. Omdat alles zo onzeker is, gaan we terughoudend om met deze baat. We boeken alleen de bezuiniging uit de hervormingsagenda af (€ 11 miljoen). De rest van het geld zetten we op stelpost. We geven het geld dus niet uit aan nieuwe activiteiten en investeringen totdat duidelijk is hoeveel geld we krijgen.
Afboeken bezuiniging hervormingsagenda
In de hervormingsagenda jeugd is een landelijke bezuiniging van € 1 miljard structureel opgenomen. Voor Almere gaat het om ongeveer € 11 miljoen. Deze bezuiniging was nog niet met concrete maatregelen ingevuld. Wij boeken deze bezuiniging nu af. We blijven volop inzetten op de transformatie en concrete maatregelen die er zijn. Te denken valt aan de korte termijn maatregelen en het verminderen van de jeugdhulp met verblijf. In totaal staat hiervoor een gemeentelijke bezuiniging open van € 6 miljoen.
Verder zetten we in op de transformatie van de Jeugd GGZ en de beweging van specialistisch naar basis en van individueel naar groep. En we zetten in om de basisvoorzieningen op orde te brengen via onder andere de stevige lokale teams en jeugdhulp op school.
We verhogen eenmalig de kosten voor de regionale uitvoeringsorganisatie jeugd
In januari is de begroting 2025 van de regionale uitvoeringsorganisatie jeugd vastgesteld. De uitvoeringskosten voor 2025 vallen hoger uit. Dit is met name het gevolg van de diverse incidentele projecten in 2025. Te denken valt aan het opzetten van een beheersplan, implementatie van de aanbesteding en het opzetten van de nieuwe regio-organisatie sociaal domein Flevoland.
We verwachten ook nog incidentele projecten en kosten in 2026 en 2027. Een eerste inschatting is ongeveer de helft van het bedrag 2025. Voor 2028 is dit nog onduidelijk. We hebben dit nog niet begroot. We gaan zoveel als mogelijk bijsturen op deze kosten, voordat hierover een besluit wordt genomen in het Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein (BOSD).
We reserveren de overige nog te ontvangen middelen op stelpost
Het gaat hierbij om:
- Het tekort van landelijk € 1,4 miljard in 2023 en 2024.
Van Ark adviseert om het tekort 50/50 te verdelen over Rijk en gemeenten. Dit zou voor Almere een nabetaling van € 8,7 miljoen betekenen. Dit geld geven we niet uit totdat duidelijk is hoeveel geld we van het Kabinet ontvangen over 2023 en 2024. Dit geld moeten we ook structureel krijgen.
- Extra geld voor prijsstijgingen.
Van Ark adviseert dat er reële compensatie moet komen voor loon- en prijsstijgingen en volumestijgingen in de jeugdhulp. De loon- en prijsstijgingen moeten worden gekoppeld aan het landelijke OVA percentage voor de zorg. Deze is voor 2025 3,94% en ligt hiermee fors hoger dan de prijspeil bbp 2025, (2,71%) uit het gemeentefonds. Als het geld komt, leidt dit tot een voordeel van € 3,6 miljoen in 2025. Wij hebben namelijk de jeugdhulpbudgetten al op prijspeil 2025 gebracht.
- Het geld dat nog overblijft is beschikbaar voor volumestijgingen .
We hebben gerekend met 4,7% volumestijging per jaar. Dit is gelijk aan de landelijke groei van de zorguitgaven. Dit is een aanname, maar wel in lijn met de kostenstijging jeugdhulp van de afgelopen jaren. Als de werkelijke volumegroei landelijk toeneemt of afneemt dan wijzigt dit bedrag ook.
Ontwikkelingen lokale Wmo
Bij de jeugdzorg is het belangrijk inzicht te krijgen in de impact van het advies van de Commissie-Van Ark. Bij de Wmo is het interessant om te hoe de kosten zich de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. Onderstaande grafiek geeft hiervan een beeld:
Ondersteuning
In de grafiek is te zien dat de kosten van de Wmo ondersteuning jaarlijks fluctueren. De groei houdt redelijk gelijke tred met de trendlijn. In de trendlijn rekenen we met een jaarlijkse stijging van 2,5% voor prijzen en 2,5% voor volume. Uit een nadere analyse van de kosten van ondersteuning blijkt dat de groei vooral zit in de huishoudelijke hulp. De kosten van dagbesteding en individuele ondersteuning is stabiel. Dat betekent dus dat er geen verschuiving is te zien van regionale Wmo naar lokale Wmo.
Hulpmiddelen
Bij de hulpmiddelen is stijgen de kosten harder dan de trend. Bij de trend houden we rekening met de 3,5% volumegroei en 2,5% prijsstijging per jaar. Bij de hulpmiddelen zien we vooral een stijging op de zogenaamde 'rollende' vervoermiddelen. Dit zijn rolstoelen en scootmobielen.
Financiële effecten lokale Wmo
bedragen x € 1.000
omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|
Wmo ondersteuning 2025 | -200 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
Wmo hulpmiddelen 2026 | -220 | -290 | -375 | -375 | |
latere invoering eigen bijdrage Wmo | -630 | ||||
Collectieve Ziektekosten Verzekering | -70 | -70 | -70 | -70 | -70 |
uitwerking nog op te lossen richting 2e/3e kwartaalrapportage | 270 | 1.290 | 1.360 | 1.445 | 1.445 |
totaal | -630 |
We verwachten op drie begrotingsonderdelen dat de kosten in totaal met € 1,4 miljoen toenemen. Het gaat om de Wmo ondersteuning, de Wmo hulpmiddelen en de collectieve ziektekostenverzekering. Op deze onderdelen zijn bij de Programmabegroting 2025 bezuinigingen doorgevoerd. Gezien het uitgangspunt dat knelpunten in eerste instantie binnen het raadsprogramma worden opgelost verhogen we deze bezuinigingen in totaal met € 1,4 miljoen. De structurele bezuiniging ziet er als volgt uit op deze onderdelen:
bedragen x € 1.000
bezuiniging | was (PB 2025) | knelpunt | wordt (Q1 2025) |
---|---|---|---|
Wmo ondersteuning (Huishoudelijke ondersteuning vaker via Pgb) | 320 | 1.000 | 1.320 |
Wmo hulpmiddelen: collectief en efficiënt inzetten | 100 | 375 | 475 |
collectieve ziektekostenverzekering (CZV) | 150 | -70 | 80 |
alternatieve bezuiniging CZV | 70 | 70 | |
totaal | 570 | 1.375 | 1.945 |
Bij de tweede kwartaalrapportage moet er een plan zijn voor de extra bezuinigingen. Bij de Programmabegroting 2026 (derde kwartaalrapportage) moeten er keuzes gemaakt worden.
De kosten van de Wmo ondersteuning en PGB's zijn in 2024 € 1 miljoen hoger dan begroot
In 2023 zijn er nieuwe contracten ingegaan. We hebben toen per saldo een voordeel ingeboekt op de nieuwe contracten Wmo van € 0,9 miljoen voor 2024. Dit kwam met name doordat we al onze cliënten hebben geherindiceerd. Hierdoor stroomden er cliënten uit en werden er ook minder hoge zorgbeschikkingen afgegeven. Ook hebben we gedurende 2024 een voordeel van € 0,75 miljoen ingeboekt door minder gebruik van PGB’s. In totaal dus een voordeel van € 1,65 miljoen. Dit begrote voordeel wordt dus niet volledig behaald.
In de loop van 2024 heeft een deel van de voormalige cliënten alsnog Wmo aangevraagd. Ook maken de cliënten meer gebruik van zorg en zijn er afspraken gemaakt met de aanbieders over de vergoeding van no show en annulering van afspraken. We zien de kostenstijging vooral bij de huishoudelijke ondersteuning en dagbesteding. En we zien een stijging van de kosten van de speciale begeleiding zintuiglijk gehandicapten. Deze kostenstijgingen werken structureel door omdat het zorggebruik is toegenomen.
We verhogen de bezuiniging op de Wmo ondersteuning (invoering PGB's) met € 1 miljoen. Bij de uitwerking van de bezuiniging moeten in ieder geval de volgende punten worden meegenomen:
- De verwachte autonome kostenontwikkeling. Is de hogere kostengroei in2024 voor volgende jaren ook te verwachten of zitten hierin ook eenmalige effecten? Bijvoorbeeld dat een deel van het effect van de herindicaties (minder zorg) is gecorrigeerd
- Het invullen van de bezuiniging om vaker huishoudelijke ondersteuning via een PGB te verstrekken
- Andere maatregelen om de kosten te beperken
- In 2025 wordt het knelpunt grotendeels opgelost omdat we een voordeel hebben op de loon- prijsstijging van € 0,8 miljoen. Dit komt doordat de nieuwe CAO 2025-2026 pas in 2026 in de tarieven verwerkt gaat worden. De CAO heeft een effect van 7,5% over 2 jaar en loopt tot september 2026. We verwachten uit te komen met de indexatie 2025. Voor 2026 moeten we afwachten of de indexatie voldoende is.
De kosten van de Wmo hulpmiddelen stijgen naar verwachting met € 0,4 miljoen
Voor het rollend vervoer, met name scootmobielen, moeten we opnieuw aanbesteden omdat het huidige contract niet meer kan worden verlengd. Om de prijs voor de aanbesteding te kunnen bepalen hebben we een markt uitvraag gedaan bij alle marktpartijen die deze hulpmiddelen bieden. Hieruit komt dat de kosten ongeveer met € 0,4 miljoen omhoog gaan. We hebben besloten de aanbesteding met deze prijzen wel te publiceren.
Een alternatief is om in de aanbesteding een veel scherpere prijs uit te vragen. Wij verwachten dat een lagere prijs leidt tot onvoldoende aangeboden kwaliteit of dat geen enkele partij zich inschrijft. Wij kiezen er voor om dat risico niet te nemen. In plaats daarvan gaan wij in de aanbesteding meenemen dat we via inhoudelijke maatregelen de kosten willen verlagen. Maatregelen die wij willen nemen zijn:
- meer en intensiever inzetten op deelgebruik van scootmobielen
- (eenvoudige) hulpmiddelen niet meer verstrekken (algemeen gebruikelijk maken)
- minder inzet van kostbare elektrisch aangedreven voorzieningen waar het kan
We verhogen daarom de bezuiniging op het collectief en efficiënt inzetten van Wmo hulpmiddelen.
De bezuiniging op de collectieve ziektekostenverzekering levert € 70.000 minder op
Inwoners met een laag inkomen kunnen een verzekeringspakket afnemen waarvan wij een deel van de premie betalen. Om bezuiniging in te vullen geven we alleen nog een bijdrage in de premie bij het duurste pakket. De verwachting was dat inwoners zouden overstappen naar een reguliere zorgverzekeringen. Er blijken nu toch relatief veel inwoners te zijn overgestapt naar het duurdere pakket.
Voor de € 70.000 moet een alternatieve bezuinigingen worden gevonden binnen armoede en schulden.
Ontwikkelingen Regionale Wmo
We hebben een overschot van circa € 6 miljoen op de regionale Wmo die geleidelijk aan verdwijnt. Dit overschot hebben we vanaf de decentralisatie in 2015, toen er nog werd gewerkt met een sociaal deelfonds in het Gemeentefonds, binnen het sociaal domein ingezet voor jeugdhulp. Dit zal vanaf 2026 niet meer mogelijk zijn. Dit betekent dat bijsturing in de regionale Wmo noodzakelijk is om binnen de begroting te blijven.
Dit gaat om beschermd wonen, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.
Financieel gezien is dit onderdeel sinds de decentralisaties van het sociaal domein niet spannend geweest. We ontvangen als centrumgemeente voor deze taken specifieke middelen van het Rijk voor de hele regio Flevoland. Alle kosten van de regio lopen ook via onze begroting. Op beschermd wonen houden we ieder jaar fors geld over. Hierdoor kunnen we extra geld uitgeven aan maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.
Structureel hebben we € 5,7 miljoen aan overschot nodig op het geheel van deze regionale taken.
Het Almeerse aandeel hierin is € 3 miljoen (53%). Deze € 3 miljoen hebben we structureel ingezet voor de financiering van de lokale jeugdhulp en Wmo. Dit overschot wordt in 2024 voor het eerst niet behaald. Dit kan nog worden opgelost binnen de reserve sociaal domein. We zien vooral hogere kosten bij de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang. Een andere oorzaak is dat we de afgelopen jaren nauwelijks geld van het Rijk hebben gehad voor volumegroei.
Onderstaande tabel geeft op totaalniveau een beeld van de financiële situatie.
bedragen x € 1 miljoen
toelichting | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|
geraamd overschot | 3,9 | 3,0 | 3,0 | 3,0 | 3,0 |
nodig voor jeugdhulp, Wmo, mo, vrouwenopvang | -8,5 | -5,7 | -5,7 | -5,7 | -5,7 |
tekort | -4,6 | -2,7 | -2,7 | -2,7 | -2,7 |
tekort Almere (53%) | -2,4 | -1,4 | -1,4 | -1,4 | -1,4 |
vrije ruimte reserve | 3,0 | ||||
tekort reserve | 0,6 | -0,8 | -2,2 | -3,6 | -5,0 |
De tabel laat zien dat er in 2025 keuzes gemaakt moeten worden over de kosten van de regionale Wmo. De reserve zal namelijk bij dit beeld in 2026 negatief worden. Hierin zitten nog kansen en risico's
kansen |
---|
|
|
risico's |
|
|
|
|
Almere zal ook lokaal een standpunt moeten innemen over hoe we met deze financiële problematiek om willen gaan. Logisch lijkt om hier voor het zomerreces een standpunt over in te nemen. Dit kan dan worden meegenomen bij de vaststelling van de regionale begroting in het bestuurlijk overleg sociaal domein (BOSD). Ook hierbij zal in ieder geval een variant moeten worden uitgewerkt die past binnen de financiële kaders.
Eenmalige tekorten
bedragen x € 1.000
omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|
sociaal medische indicatie 2025-2026 | -800 | -200 | |||
JGZ wettelijke taken 2025 | -300 | ||||
GGD begroting 2025 | -235 | ||||
terugdraaien reservering IZA en GALA middelen 2024 voor Positief en Gezond Almere | 738 | 312 | |||
inzetten vrije ruimte reserve sociaal domein | 485 | ||||
totaal | -112 | 112 | 0 | 0 | 0 |
Er zijn diverse eenmalige tekorten met name binnen het programma gezondheid die optellen tot € 1,5 miljoen. Het voorstel is om deze eenmalige tekorten voor € 1 miljoen te betalen uit de vrije middelen voor IZA/GALA in 2025 en 2026. Dit geld was gereserveerd voor het programma positief gezond Almere (PGA), omdat financiering vanuit het Rijk onzeker was geworden doordat gemeenten de overleggen over het IZA stop hadden gezet. We zijn nu weer in gesprek met het Rijk en het risico speelt niet meer. € 0,5 miljoen wordt betaald uit de reserve sociaal domein. Daarna zit er nog ongeveer € 1,4 miljoen vrije ruimte in de reserve. De reserve is achtervang voor de regionale Wmo. Hier hebben we ook te maken met kostenstijgingen waardoor de vrije ruimte in de reserve afneemt. We komen hierop terug onder het kopje Wmo.
€ 1 miljoen sociaal medische indicatie.
We ondersteunen ouders met een sociaal medische indicatie (SMI) tijdelijk met bijdrage voor de kinderopvang . De kosten zijn in 2024 verdrievoudigd waardoor we in de jaarrekening € 0,6 miljoen tekort hebben. Dit komt omdat de regeling meer bekendheid heeft gekregen en er geen verordening met regels is om het gebruik te reguleren en beperken. Deze verordening ligt nu wel bij u voor. Hierin wordt voorgesteld om regels te stellen. De belangrijkste regels zijn:
- Er moet een hulpverlener zijn en een verbeterplan met zicht op herstel.
- Een maximale duur van 1 jaar, waarbij in uitzonderlijke gevallen er eenmalig met 6 maanden kan worden verlengd als er sprake is van gewijzigde omstandigheden.
- Maximaal 3 dagen opvang, dan wel 6 dagdelen per week.
- Naast deze regels om gebruik te kunnen maken van de regeling, kan het college ook een subsidieplafond instellen onder de nieuwe verordening als de kosten toch hoger zijn dan begroot. Er moeten dan wel nadere (strengere) regels worden gesteld.
De huidige cliënten hebben een indicatie van 1 jaar. Deze kosten zullen doorlopen waardoor er in 2025 een tekort van 0,8 miljoen wordt verwacht. In 2026 verwachten we nog een tekort van 0,2 miljoen. We zijn nu al met deze cliënten in gesprek dat voor hun de bijdrage stopt en zullen hun helpen bij het vinden van alternatieven.
€ 0,3 miljoen wettelijke taken Jeugdgezondheidszorg Almere (JGZ A).
Er is een tekort van € 0,9 miljoen als de volledige wettelijke taak wordt uitgevoerd. Dit komt vooral doordat het budget voor de wettelijke taak niet is meegegroeid. Tot 2025 is dit opgelost door de wettelijke taak te versoberen. Dit heeft geleid tot minder inzet op de publieke taak gezondheidszorg 0-4, waaronder consultatiebureaus. Dit is niet houdbaar en leidt ook tot bedrijfsvoeringsproblemen bij de JGZ. We gaan vanaf 2025 de taak weer volledig maar sober uitvoeren. Voor 2025 is er een tekort van € 0,3 miljoen waarvoor we nu extra geld vragen.
Om binnen de budgettaire kaders te blijven zullen er niet wettelijke taken moeten worden geschrapt. Hiervoor doet de GGD een onderzoek die na het zomerreces klaar moet zijn. Ondanks dat het onderzoek nog niet klaar is verwachten wij na dat na het schrappen van taken er een tekort overblijft. Hierover zullen bij de begroting keuzes gemaakt moeten worden. Er zal in ieder geval ook een keuze worden voorgelegd waarbij het knelpunt wordt opgelost binnen de begroting van het programma gezondheid.
€ 0,2 miljoen eenmalige kosten 2025 GGD voor bestuursondersteuning en huisvestingskosten.
Deze hogere bijdrage is vastgesteld in het Algemeen bestuur van de GGD.