Ons uitgangspunt is dat wij ons negatief saldo op onze bankrekening zoveel mogelijk kort lenen. We mogen echter o.g.v. de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) niet meer lenen dan nodig is.

In de wet FIDO staat hoeveel je maximaal voor een korte periode mag lenen. Dit noemen we de kasgeldlimiet.
Dit bedrag is afhankelijk van hoeveel geld we jaarlijks uitgeven. In 2025 is dit voor ons ongeveer € 106 miljoen. Op grond van de Wet FIDO mogen wij twee achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijden. In het derde achtereenvolgende kwartaal moet deze overschrijding teniet worden gedaan door een deel van de korte schuld om te zetten in langlopende schuld. In het 1 ^e kwartaal 2025 is de kasgeldlimiet overschreden.

We mogen dit jaar € 106 miljoen voor een korte periode lenen. Indien wij meer geld nodig hebben sluiten we leningen af voor langer dan een jaar. Dit noemen we langlopende geldleningen.

In het eerste kwartaal 2025 hebben we geen langlopende geldleningen aangetrokken.

Afgelopen twee jaar heeft de Europese Centrale Bank (ECB) door de oplopende inflatie en de oorlog in Oekraïne de herfinancieringsrente verhoogd van 0,00% naar 4,50%. Vanaf het 2 ^e halfjaar 2024 heeft de ECB als gevolg van de dalende inflatie de herfinancieringsrente en depositorente in meerdere stappen verlaagd naar 2,65%. De markt ging er vanuit dat er een grotere rentedaling zou worden doorgevoerd. Nu blijkt dat de rentedaling minder groot is dan verwacht, stijgen de rentetarieven op de geld en kapitaalmarkt met ruim 0,5%. Hierdoor stijgen onze rentekosten.

De rente op kortlopende geldleningen stijgt met circa 0,6%.

De rente op langlopende geldleningen stijgt moet circa 0,6%.