In dit hoofdstuk gaan we in op de jeugdhulp en de overige veranderingen binnen het sociaal domein.
Jeugdhulp
De grootste verandering rondom de jeugdhulp komt voort uit de Voorjaarsnota van het kabinet.
Daarin heeft het Rijk namelijk aangegeven hoe zij omgaat met de adviezen van de commissie-Van Ark. In de eerste kwartaalrapportage hadden wij het rapport van deze commissie ‘van kaft tot kaft’ verwerkt. Dat wil zeggen dat wij er van uit gingen dat het kabinet het rapport volledig zou overnemen. Uit de Voorjaarsnota blijkt dat het Rijk de adviezen uit het rapport maar voor een klein deel overneemt. Dit zien we ook terug in de meicirculaire van het gemeentefonds. Hier zijn wij het niet mee eens. We zullen, via de VNG en landelijke overleggen, ons blijven inzetten voor een structurele oplossing. Hoewel we het er niet mee eens zijn, moeten we wel van deze nieuwe realiteit uitgaan. We gaan hierbij van het volgende uit:
- We begroten het extra geld uit de meicirculaire en de prognose van de kosten neutraal tot en met 2027. Dit betekent dat we het extra geld uit de meicirculaire tot en met 2027 toevoegen aan het budget jeugd.
- We draaien de raming van de extra inkomsten waar we volgens Van Ark recht op hebben terug, omdat we dit geld niet krijgen.
- We rekenen structureel met 1,5% volumegroei voor de jeugdhulp. Volgens de commissie van Ark is het realistisch om landelijk uit te gaan van 4,7% volumegroei, Dit ligt ook in de buurt van de werkelijke kostengroei in de afgelopen jaren. Er is dus een reële kans dat bij de volgende kwartaalrapportage de kosten hoger zijn. Het is zo dat uit benchmarks blijkt dat andere, grote gemeenten gemiddeld ook vergelijkbare kostenstijgingen hebben.
- Structureel begroten we een tekort van € 14 miljoen. Wij willen het probleem zichtbaar maken in onze begroting. Wij vinden namelijk dat het Kabinet haar verantwoordelijkheid moet nemen en gemeenten extra geld moet geven.
- We investeren in de sociale basisvoorziening om de kosten van de jeugdhulp te verminderen.
De tabel hieronder laat dit zien:
bedragen x € 1.000
omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|
extra geld jeugdhulp Voorjaarsnota kabinet | 5.000 | 15.800 | 15.500 | -100 | |
terugdraaien stelpost nog te ontvangen van Ark | -17.600 | -26.100 | -32.100 | -37.700 | -44.000 |
minder geld van het Rijk | -12.600 | -10.300 | -16.600 | -37.800 | -44.000 |
prognose kosten jeugdhulp (1,5% volumegroei) | -4.700 | -7.400 | -7.600 | -8.400 | -8.600 |
terugdraaien kostengroei jeugdhulp Van-Ark (4,7% groei) | 16.540 | 17.600 | 21.100 | 26.700 | 33.000 |
raming budget voor volumegroei | 11.840 | 10.200 | 13.500 | 18.300 | 24.400 |
stelpost jeugdhulp vanaf 2028 | 760 | -1.400 | 1.600 | 3.900 | 3.900 |
taakstelling dekking veilig thuis | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | |
stelpost inkomsten Rijk en taakstelling Veilig Thuis | 760 | 100 | 3.100 | 5.400 | 5.400 |
Investeringsplan jeugd: inzet risicoreserve | 400 | 700 | |||
extra inzet beoordeling verlengingsverzoeken jeugdhulp | -200 | -300 | |||
pilot JGZ ontwikkeling stevige lokale teams | -200 | -400 | |||
uitdagingen en knelpunten sociale basis | |||||
investeringsplan | |||||
totaal | -14.100 | -14.200 |
Minder geld van het Rijk
Zoals uit de tabel blijkt krijgen we veel minder geld van het Rijk, dan waarop we hadden gerekend.
terugdraaien stelpost nog te ontvangen van Ark
Deze inkomsten waren bij de eerste kwartaalrapportage 2025 opgenomen op basis van de het advies van de commissie-Van Ark. Deze stelpost halen we uit de begroting.
Prognose kosten jeugdhulp (1,5% volumegroei)
Lager budget voor volumegroei
Het tweede kwartaal is normaliter een goed moment om een eerste jaarprognose te maken van de kosten. De jaarrekeningcijfers over 2024 zijn definitief. Ook zouden de kosten over het eerste kwartaal nagenoeg volledig moeten zijn. Helaas kampen we met veel technische problemen, waardoor de declaraties over het eerste kwartaal nog niet betrouwbaar zijn. Hierdoor kunnen we geen goede prognose maken. Een aantal punten waar we tegen aanlopen zijn:
- Zorgaanbieders hebben achterstanden bij het indienen van declaraties. Deze grote achterstand komt vooral door technische problemen en omdat er veel nieuwe aanbieders zijn.
- Verder lopen beschikkingen die voor 2024 zijn toegekend door in 2025. Aanbieders die vanaf 2025 niet meer gecontracteerd zijn lopen nu via de niet gecontracteerde zorg. Hierin zit vertraging. Dit geldt ook voor aanbieders die voorheen als onderaannemer werkten van Triade Vitree. Er is daardoor nog geen degelijk beeld van niet gecontracteerde zorg.
Daarom hebben we een globale jaarprognose van de kosten gemaakt op basis van: de structurele kosten 2024, de tariefstijgingen 2025 en een genormeerde volumegroei van 1,5% ten opzichte van 2024. Bij de eerste kwartaalrapportage hebben we aangegeven dat een jaarlijkse volumegroei van 4,7% als realistisch wordt gezien door de commissie Van-Ark. De werkelijke kostenstijgingen in de afgelopen jaren liggen ook rond de 4% á 5%.
We stellen nu toch voor om toch weer van 1,5% uit te gaan omdat:
- We vanaf 2024 meerdere maatregelen en interventies in gang hebben gezet die moeten leiden tot minder stijging van de totale kosten voor de jeugdzorg. Dit moet leiden tot lagere kosten en effectievere zorginzet per cliënt. Dit gaat bijvoorbeeld om actief contractmanagement, afschalen van jeugdhulp met verblijf, van specialistisch naar basiszorg en van individueel naar groepszorg en het anders bieden van jeugdhulp op scholen (JGO).
- Dit aansluit bij ons huidig beleid. Er zijn maatregelen en interventies vastgesteld die tot lagere kosten per cliënt moeten leiden. Dit gaat bijvoorbeeld om actief contractmanagement, afschalen van jeugdhulp met verblijf en van specialistisch naar basiszorg en van individueel naar groepszorg en het bieden van jeugdhulp op scholen (JGO).
- een volumegroei van 1,5% sluit ook redelijk goed aan bij de jaarlijkse groei van het aantal jongeren.
We lopen hier wel een groot risico op tegenvallers. We verwachten dat we in het derde kwartaal wel een goed beeld kunnen schetsen.
Terugdraaien kostengroei jeugdhulp Van-Ark (4,7%)
We begroten nu structureel € 24,4 miljoen minder kosten dan bij de eerste kwartaalrapportage:
- Doordat we nu 1,5% volumegroei begroten in plaats van 4,7% begroten we nu € 16 miljoen minder aan kosten. Dit is een groot risico.
- Ook gaan we ervan uit dat we uitkomen met de reservering voor prijsstijgingen in de begroting van gemiddeld 4% per jaar. Hierdoor begroten we € 8 miljoen minder. Dit is een beperkt risico.
- Verder ontvangen we in 2025 geen € 8,9 miljoen nabetaling over de tekorten 2023 en 2024. Hier komen we bij het investeringsplan op terug.
stelpost jeugdhulp vanaf 2028
Voor twee door het Rijk opgelegde bezuinigingen vanaf 2028 nemen we een stelpost op. Dit is conform het begrotingsadvies van de VNG en ook de regels die de onze toezichthouder (de Provincie) hanteert. Het gaat om de bezuinigingen eigen bijdragen jeugdzorg en sturen op trajectduur van in totaal € 3,9 miljoen. VNG en IPO zijn beide van mening dat het halen van deze bezuinigingen de verantwoordelijkheid van het Rijk zijn.
taakstelling dekking veilig thuis
Zolang de meldingen bij Veilig Thuis niet afnemen zal de werkdruk onverminderd hoog blijven. Voor veilig thuis is het budget 2024 en 2025 met € 2,4 miljoen tijdelijk verhoogd. Almere betaalt hiervan € 1,5 miljoen per jaar uit de reserve sociaal domein. Dit extra budget valt weg in 2026. We moeten dus vanaf 2026 extra bezuinigen. Zoekrichtingen zijn:
• afbouw van taken en kosten
• dekking binnen de regionale Wmo door afbouw van andere taken
• dekking binnen het investeringsplan om de sociale basis op orde te brengen.
Investeringsplan jeugd: inzet risicoreserve
We willen toe naar een investeringsplan voor de jeugdhulp. Dit bestaat uit een korte termijnaanpak voor de tweede helft van 2025 en 2026 en een aanpak voor de jaren daarna. Na de zomer 2025 gaan we starten met de herindicering van beschikkingen van de jGGZ. Dit kost € 0,5 miljoen. Verder gaan we door met de pilot JGZ voor de doorontwikkeling van stevige lokale teams in twee wijkteams. Dit kost € 0,6 miljoen. We willen dit geld nu beschikbaar stellen, zodat we hiermee direct aan de slag kunnen. De dekking vindt plaats ten laste van de risicoreserve jeugd.
Richting de begroting werken we een investeringsplan uit met bijbehorende financiering voor het investeringsplan daarna. De gedachte hierbij is dat eenmalige investeringen en implementatiekosten gedekt worden uit de € 8,9 miljoen nabetaling over 2023 en 2024. Dit geld is toegezegd door minister-president Schoof, maar was nog niet opgenomen in de meicirculaire. We gaan ervan uit dat we dit geld via de septembercirculaire alsnog ontvangen. Als we dit geld niet krijgen betalen we dit uit de risicoreserve.
Met dit bedrag willen we de extra uitgaven 2026 en verder betalen. Het gaat om de volgende zaken:
• Investeringen om knelpunten in de huidige sociale basis te herstellen moeten worden voorzien van harde dekking. Te denken valt aan de JGZ en de GGD.
• Investeringen om de sociale basis uit te breiden en te versterken moeten worden terugverdient met lagere kosten jeugdhulp.
extra inzet beoordeling verlengingsverzoeken jeugdhulp
Vanaf 1 september 2025 gaan we extra beoordelingen doen op verlengingsverzoeken voor beschikkingen jeugdhulp. Deze interventie is noodzakelijk omdat in de huidige werkwijze vrijwel alle verlengingsverzoeken op dit moment automatisch worden goedgekeurd. Dit komt door tijdgebrek. Door de werkwijze te veranderen, beogen we effectiever in te grijpen op trajectduur en kostenbeheersing. Ook verwachten we dat aanbieders op termijn zorgvuldiger gaan afwegen of verlenging echt nodig is.
JGZ Almere zal bij elke herindicatie relevante informatie opvragen en een professionele afweging maken over voortzetting van de hulp. Met deze inzet verwachten we circa 1.000 herindicaties te kunnen doen. De inzet zal gespreid plaatsvinden vanaf september 2025 tot eind 2026. Het doen van de beoordelingen zal ook inzicht geven in de mogelijkheden tot afschaling van zorg en verkorting van de trajectduur. Als blijkt dat deze aanpak leidt tot effectievere inzet van jeugdhulp en kostenbesparing, is het voornemen om de werkwijze structureel te borgen. Hierover zal dan een apart besluit plaatsvinden.
pilot JGZ ontwikkeling stevige lokale teams
De gemeente zet, in strategisch partnerschap met JGZ Almere, een belangrijke stap in de doorontwikkeling van de toegang tot jeugdhulp via de opbouw van Stevig Lokale Teams (SLT). In de wijken Stad Centrum en Literatuurwijk wordt gestart met een pilot waarin jeugdconsulenten niet alleen verwijzen en regie voeren, maar ook lichte begeleiding en hulp bieden. Deze bredere rol sluit aan bij de landelijke beweging zoals beschreven door de VNG, waarin de toegang en regiefunctie als cruciale schakels worden gezien in de transformatie van de jeugdhulp. Door ondersteuning dichtbij huis te organiseren, wordt sneller en effectiever hulp geboden, met minder afhankelijkheid van zwaardere vormen van zorg. De inzet van SLT draagt daarmee bij aan het realiseren van passende, betaalbare en toekomstbestendige jeugdhulp, zoals beoogd in de Hervormingsagenda Jeugd.
De gemeente maakt voor deze pilot gebruik van middelen uit de risicoreserve, waarmee zij anticipeert op afname van toekomstige risico’s en investeert in een duurzame infrastructuur. In samenwerking met JGZ Almere een adviesbureau wordt de nieuwe werkwijze in de praktijk gebracht. De pilot wordt onderbouwd met een businesscase die inzicht geeft in de behaalde resultaten, de substitutie van zwaardere zorg en de impact op de gestelde KPI’s.
Werk & Inkomen
Daarnaast verwachten bijvoorbeeld een tekort van € 0,9 miljoen op de bijzondere bijstand en € 0,15 miljoen op de studietoeslag bij de Wajong uitkering. Ook laat de begroting van de GGD een tekort van € 0,7 miljoen zien. Alle bijstellingen worden onder de tabel verder toegelicht.
bedragen x € 1.000
omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|
risicoreservering BUIG | -1.840 | ||||
Bijzondere Bijstand | -900 | -900 | -900 | -900 | |
studietoeslag voor studenten met een medische beperking | -147 | -147 | -147 | -147 | -147 |
uit te werken oplossingen | 147 | 1.047 | 1.047 | 1.047 | 1.047 |
totaal | -1.840 |
risicoreservering BUIG
We hebben de baten en de lasten van de bijstand voor 2025 met € 4,1 miljoen verhoogd op basis van het macrobudget. Verder zien we dat het aantal bijstandsontvangers stijgt en dus ook de uitgaven toenemen. Als deze ontwikkeling zich doorzet en het macrobudget niet wordt verhoogd dan zullen we ongeveer € 4,6 miljoen tekortkomen. Als de bijstandsaantallen en uitgaven landelijk evenredig stijgen dan zal het macrobudget worden verhoogd. Dit is onzeker, omdat het huidig beeld is dat de kosten in Almere harder stijgen dan landelijk. Gelet hierop reserveren wij 40% van het nu verwachte tekort, € 1,84 miljoen, in de risicobuffer.
Bijzondere Bijstand
Wij verwachten een overschrijding op de bijzondere bijstand van ruim € 0,9 miljoen. Het jaarlijkse budget is € 2,2 miljoen. Medio 2023 zijn de normen van de bijzondere bijstand (bijvoorbeeld voor inboedel en elektronica) verhoogd en grotendeels in lijn gebracht met de normen van het Nibud. In 2024 zagen we een kostenstijging van € 0,5 miljoen ten opzichte van 2023. Dit leidde tot een tekort van € 0,4 miljoen in de jaarrekening 2024. Dit kon toen worden opgevangen door lagere uitgaven op vooral de schuldhulpverlening. We zien de kosten bijzondere bijstand verder oplopen en verwachten een extra kostenstijging van € 0,5 miljoen ten opzichte van 2024. Hierdoor verwachten we een tekort van in totaal € 0,9 miljoen ten opzichte van de begroting. De belangrijkste oorzaken van de kostenstijging zijn:
• een verdubbeling van het aantal jongeren onder de 21 jaar (door uitstroom uit de jeugdzorg en maatschappelijke opvangvoorzieningen) die zelfstandig wonen en nu een beroep doen op aanvullende bijstand voor huurkosten e.d.;
• een verdere stijging van de kosten van vooral woninginrichting omdat de vergoedingsbedragen vorig jaar zijn verhoogd.
• Hogere uitgaven voor (suppletie) aanvulling op aflossingen op leningen van bijstandsgerechtigden bij de kredietbank.
In 2025 krijgen we € 0,26 miljoen extra van het Rijk voor alleenverdienersproblematiek. Dit geld kan hiervoor worden ingezet. Verder stellen we voor om het resterende tekort van € 0,64 miljoen te dekken uit de reserve bestaanszekerheid. Voor het structurele tekort moeten er maatregelen worden uitgewerkt.
studietoeslag voor studenten met een medische beperking
Er maken steeds meer studenten gebruik van de studietoeslag medische beperking. De wetgeving is in april 2022 versoepeld, zo is de vermogenstoets afgeschaft. De kosten zijn sindsdien gestegen en het budget is hiervoor ook verhoogd. We zien in 2024 en 2025 dat het gebruik onder studenten verder is toegenomen. Dit komt onder andere doordat zowel het Rijk als de gemeente de regeling beter onder de aandacht brengt. Ook is het gemiddelde uitkeringsbedrag per maand gestegen en zijn er nabetalingen over 2024 geweest. Er wordt een overschrijding verwacht van circa € 0,15 miljoen.
De studietoeslag is een wettelijke open einderegeling. De gemeente heeft beperkte beleidsvrijheid op de hoogte van de toeslag en op de toets op de blijvende medische beperking. Almere hanteert de wettelijke minimumtarieven. De toegang tot de regeling wordt wel gestimuleerd.
uit te werken oplossingen
Gezien het uitgangspunt dat knelpunten in eerste instantie binnen het raadsprogramma worden opgelost nemen we een extra bezuiniging op, op dit programma. Voor de bijzondere bijstand geldt dat dit een wettelijke verplichting is met beleidsvrijheid. Dit geldt in verdere mate ook voor het armoedebeleid.
Voor de studietoeslag geldt dat de hoogte niet te beïnvloeden is. Binnen het re-integratiebudget, waar deze regeling onder is wel beleidsvrijheid.